Begrippenlijst



ALGEMEEN

 

Toon

Een geluid van een bepaalde toonhoogte.

 

Toonduur

Hoe lang een toon duurt. Binnen de muziek werken we niet met secondes maar met tellen. De toonduur geeft dus aan hoeveel tellen je een noot moet spelen. 

 

Toonhoogte

Hoe hoog (of laag) een toon klinkt.

 

Noot  

  1. Een toon opgeschreven op papier als teken op de notenbalk.
  2. De naam van een toon.
  3. Een noot geeft 2 punten van informatie, toonhoogte en toonduur.

 

Notenschrift

Een notatie van muziek in grafische tekens, dat binnen Westerse muziek gebruikt wordt. Hierdoor weet je als muzikant precies wat je moet spelen en hoe.

 

Melodie (wijsje, deuntje) 

Een (logische) opeenvolging van muzikale tonen met een karakter en een duidelijk begin en eind.

Als je een liedje zingt, zing je de melodie. Melodie-instrumenten zijn o.a.: viool, blokfluit, saxofoon, dwarsfluit, klarinet, trompet

 

Ritme

Als je een liedje klapt, dan klap je het ritme. 

Een ritme bestaat uit lange en korte tonen. 

Ritme-instrumenten zijn o.a. : drumstel, bekken, trommel, tamboerijn, bongo, djembé, woodblock.

 

Akkoord
samenklank van drie of meer verschillende tonen.

 

Klankkleur sound

De klankkleur van een instrument of muziekstuk.

 

Dynamiek

toonsterkte. 

Met veel dynamiek spelen, wil zeggen dat het verschil tussen de zacht gespeelde noten groot is t.o.v. de harde noten. 

 

Dynamische tekens

pp=pianissimo-heel zacht

p=piano-zacht

mf=mezzo forte-matig sterk

f=forte-sterk

ff=fortissimo-zeer sterk

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

MUZIEKSTUK

 

Thema

Een melodie die bepalend is voor (een deel) van een muziekstuk. Een thema kan vaker herhaald worden. Er kunnen ook variaties op worden gemaakt.

 

Motief

Een klein stukje muziek van een paar tonen. Kan een ritme of een melodie zijn.Een motief is het kleinste deeltje van een lied met nog net alle eigenschappen van het lied en klomt vaker terug in de compositie / lied.

 

Melodisch motief

Als het motief een klein melodietje is noem je het een melodisch motief.

 

Ritmisch motief

Als het motief een ritme is, noem je het een ritmisch motief.

 

Herhalen

Herhalen is iets nog een keer zingen of spelen zonder er iets aan te veranderen.

 

Melodische variatie = De toonhoogte van de melodie of het motief is gevarieerd.

Ritmitsche variatie = De toonduur van de melodie of het motief is gevarieerd.

 

Ostinato

Ostinato betekent “hardnekkig”. Een stukje muziek dat steeds maar weer herhaald wordt, noem je een ostinato.

 

Melodisch ostinato

Een melodie die steeds herhaald wordt noem je een melodisch ostinato.

 

Ritmisch ostinato

Een ritme dat steeds herhaald wordt noem je een ritmisch ostinato.

 

Compositie

Een muziekstuk kun je ook een compositie noemen. “Composing” is ook wel “samenstellen”. Een compositie kan zo bestaan uit meerdere Themas’s, Motieven, teksten etc.

 

Componist

Bedenkt en schrijft de muziek.

 

Arrangement
het herschrijven van een bestaande compositie voor een andere dan de oorspronkelijke bezetting.


Cover

Lied dat door een andere band / artiest opnieuw wordt uitgevoerd of wordt uitgebracht. 

 

Partij

Een muziekstuk bestaat uit één of meerdere partijen: een melodiepartij, een tweede stem of een baspartij.

 

Partituur

het volledige overzicht van een muziekstuk waarin alle afzonderlijke partijen onder elkaar staan.

 

Canon

Een muziekstuk dat meerstemmig wordt, doordat eenzelfde melodie door verschillende stemmen of instrumenten kort na elkaar wordt ingezet.

 

Musical
gezongen toneelstuk met decor, kostuums en veel pop-, dans- en showelementen. Tussen de composities / liedjes is er ruimte voor toneelspel.

 

Symfonie

Een lange compositie voor een groot orkest {een symfonieorkest} meestal bestaat een 

symfonie uit vier delen.

 

ZANG

Sopraan = Hoge vrouwenstem.

Alt = Lage vrouwenstem.

Tenor = Hoge mannenstem.

Bas = Lage mannenstem

 

Bas

- als instrument: basgitaar, contrabas

- als stem: lage mannenstem

- als partij: de laagst klinkende partij

 

a capella 

zang zonder instrumentale begeleiding.

A capella gezongen zonder instrumentale begeleiding.

 

VORM

 

Intro

afkorting van introductie: inleiding van een song of een muziekstuk.

 

Couplet

onderdeel van een song. in een volgend couplet blijft de melodie hetzelfde, maar is de tekst nieuw.

 

Refrein

onderdeel van een song. bij herhaling blijven tekst en melodie onveranderd.

Chorus
   1. refrein na een voorafgaand vers;

   2. het akkoordenschema in zijn geheel;

   3. solo (op een akkoordenschema).

 

Bridge
een combinatie van tekst en muziek in een song, anders dan couplet en refrein, komt maar een keer voor.

 

Canon

Verschillende groepen zingen hetzelfde, alleen 'achter elkaar aan'.

Denk aan het bekende 'Vader Jacob'.

 

Fade-out

het langzamerhand wegsterven van de muziek. Het is alsof je als het ware de volumeknop zachter draait.

 

Break
Onderbreking in een pop- of jazznummer.

 

 

 

 

 

OVERIGE

 

Bezetting

de soort en het aantal instrumenten en zangstemmen waarmee een muziekstuk wordt uitgevoerd.

 

Unisono

Alle partijen hebben en spelen dezelfde melodie.

meerstemmig = Twee of meer partijen hebben elk een eigen melodie.

 

Afterbeat
het spelen op de 2e en 4e tel in een 4-kwartsmaat (popmuziek). 

 

Akoestiek

de manier waarop een ruimte geluid weerkaatst en absorbeert. 

 

Improviseren

zonder voorafgaande aanwijzingen iets creëren, bijvoorbeeld muziek, dans, theater of film.

 

Vibrato
het laten beven (zweven) van een toon. Je beweegt de toonhoogte een klein beetje op en neer. 

 

 

Virtuoos
zeer veel snelle noten